15 basis financiële begrippen uitgelegd – Weet jij het verschil tussen inflatie en deflatie?

Woorden over geld kom je overal tegen, bijvoorbeeld in kranten, op het nieuws en op jouw loonstrookje. Aangezien deze woorden om geld gaan, is het slim en handig als je weet wat deze 15 basis financiële begrippen betekenen. Een econoom van De Nederlandsche Bank deed onderzoek naar de financiële kennis van mensen en hij kwam tot de conclusie dat wie verstand van geld heeft, vaak veel rijker is! Scroll dus snel naar beneden en kijk of je weet wat deze woorden betekenen!

1. Bruto loon

Bruto is een woord dat je vaak tegenkomt. Bruto is de hoeveelheid vóór het aftrekken van iets. Als we het over bruto inkomen hebben, hebben we het over jouw loon, vóór belasting en eventuele premies die je moet betalen. Bruto loon betekent dat belasting moet nog ervan af getrokken moet worden. Bruto loon is altijd meer dan netto loon.

2. Netto loon

Het loon dat jij uitbetaald krijgt, nadat belasting en premies ervan af zijn getrokken, heet het netto loon. Netto loon is vaak heel wat minder dan het bruto loon. Je moet opletten dat als je over jouw salaris wilt onderhandelen dat de meeste werkgevers vaak hebben over het bruto loon, en niet over het netto loon. Dit komt omdat het bruto loon is wat jouw werkgever jou in totaal uit moet betalen.

Trek in jouw hoofd dus nog het percentage van de belasting van het voorgestelde bruto loon af. Dan weet je wat je uiteindelijk per maand op jouw bankrekening krijgt (netto loon).

3. Inflatie

Inflatie is in één zin uit te leggen. Het is een waardevermindering van het geld die ontstaat door prijsstijgingen. Of te wel: jouw geld wordt minder waard. Inflatie wordt uitgedrukt in percentage. Een milde stijging van inflatie is gewenst, want dit betekent dat je geld minder snel minder waard wordt.

Wat voor invloed Inflatie heeft op prijzen, is goed te zien aan de (Amerikaanse) Mcdonald’s prijzen: In 1950, kostten frietjes bij de Mcdonald’s maar $0.10. Tegenwoordig (zo’n 70 jaar later), betaal je zo’n $1.29 tot $1.79 voor frietjes bij de Amerikaanse Mac. Dus met $1.29, kon je in plaats van 1 portie friet, ruim 12 porties krijgen! Realiseer wel dat we tegenwoordig wel meer loon krijgen dan vroeger, ter compensatie van inflatie .

View this post on Instagram

The perfect #lunch order doesn't exi—

A post shared by McDonald's (@mcdonalds) on

4. Deflatie

Deflatie betekent dat geld meer waard wordt door dalende prijzen. Deflatie is de tegenovergestelde van inflatie. Dit komt minder vaak voor; na 1945, is deflatie in Nederland maar 1 keer voor gekomen. Dat jouw geld meer waard wordt, lijkt positief, maar dat is helaas niet zo. Het plaats vinden van deflatie betekent dat het niet zo goed gaat met de economie. Er vindt een daling van prijzen plaats vind, omdat er minder vraag is naar producten. Aanbod is groter dan vraag.

5. (Negatieve) Rente

Rente is de vergoeding die je krijgt door het uitlenen van geld. Voor niet alleen aandelen krijg je rente, maar voor spaargeld ook. Huhh… uitlenen van geld? “Mijn geld staat veilig op een bankrekening hoor! Of toch niet…” Ja, als je geld op een bankrekening zet, geef je jouw geld in principe in bruikleen aan de bank. In ruil daarvoor, geven ze jou rente.

Het grappige is, is dat negatieve rente ook bestaat. Je krijgt dus geen geld, maar je moet geld geven aan de bank zodat je jouw spaargeld op hun bankrekening mag zetten. Je betaalt geld aan aan de bank, maar zij kunnen dan nog steeds van alles met jouw geld doen. Zonder dat jij daar rente voor terug krijgt!

6. Dividend

Als je ooit informatie over aandelen opgezocht of gelezen hebt, heb je waarschijnlijk ook het woord dividend gezien. Dividend is de winstuitkering van een gedeelte van de winst van een onderneming aan haar aandeelhouders.

Het doel hiervan is dat aandelenhouders ook mee kunnen profiteren als er winst gemaakt wordt. Dit maakt het aantrekkelijker om aandelen van een bepaalde onderneming te kopen. In Nederland is het gebruikelijk dat aandeelhouders één keer per jaar dividend ontvangen

7. Eigen vermogen

Eigen vermogen is een getal. Dit getal vertelt hoeveel vermogen je hebt. Deze dingen vallen onder andere onder eigen vermogen:

  • Het saldo op jouw spaarrekening
  • De waarde van jouw beleggingen in aandelen, obligaties en etc.
  • De waarde van een tweede woning, bijvoorbeeld een vakantiehuis of een huis waar je zelf niet in woont, maar als een investering voor later gebruikt.

Jouw eigen auto en woning tellen niet mee met het eigen vermogen.

Wist je dat de hoogte van jouw eigen vermogen invloed heeft of je bepaalde toeslagen aan mag vragen? Je mag bijvoorbeeld in 2020 maximaal €30.846 aan vermogen hebben om in aanmerking te kunnen komen voor huurtoeslag. Ga je over die grens, omdat je (te) veel spaargeld hebt? Dan krijg je helaas van de overheid geen huurtoeslag meer.

8. Winst

Winst is hoeveel je uiteindelijk overhoudt als je alle kosten van de omzet hebt afgehaald. Het is het positieve verschil tussen kosten en opbrengst. Omzet is het bedrag dat je totaal verdiend hebt, maar niet wat je uiteindelijk overhoudt.

Lees hier ook: €100.000 sparen zonder €100.000 te hebben – Hoe?

9. Verlies

Vooral in het begin van een onderneming, kan verlies plaats vinden. Verlies is het verschil tussen opbrengsten en kosten van een onderneming, het verschil is echter uitsluitend negatief. Verlies is dus het tegenovergestelde van winst.

10. Betaalrekening

Als je iets koopt met jouw pinpas, wordt er geld van jouw betaalrekening afgeschreven en niet van jouw spaarrekening. De betaalrekening is waar dagelijkse transactie van geld plaatsvindt. Bijvoorbeeld het opnemen, storten of het maken van een overschrijving vindt plaats op jouw betaalrekening.

Bron: Knab

11. De effectenbeurs

De effectenbeurs, of ook wel de beurs genoemd, is waar aandelen en beleggingen verhandeld. Het kopen van aandelen bijvoorbeeld, was vroeger alleen mogelijk als je naar een fysieke locaties moet gaan. Bekende voorbeelden van die beurzen zijn: New York Stock Exchange gevestigd op Wall Street, London Stock Exchange en Shanghai Stock Exchange. Deze drie beurzen behoren tot een van de grootste beurzen ter wereld. Maandelijkse worden hier voor miljarden verhandeld. Tegenwoordig is het ook mogelijk om digitaal de transacties te voltooien. Een stuk makkelijker dan voorheen.

11. Krediet

Krediet is een economisch woord voor lening. Bij krediet wordt meestal geld uitgeleend aan een persoon die op dat moment het nodig heeft en bereid is om het geleend bedrag plus eventuele rente in de toekomst terug te betalen.

12. Koopkracht

De koopkracht geeft wat huishoudens/consumenten met hun inkomen kunnen kopen, beschreven in percentage. Koopkracht is een heel belangrijk woord, want vaak op het nieuws wordt vaak het woord koopkracht gebruikt om de (jaarlijkse) economische ontwikkelingen te vergelijken.

Jaarlijks wordt door de Centraal Planbureau (CPB) een berekening gemaakt wat de koopkracht voor het komend jaar wordt, want volgens deze overheidsorganisatie zijn beleidsmakers geïnteresseerd in de verandering van de koopkracht.

Bron: NOS – Dit is de verwachte ontwikkeling van de koopkracht in 2019 vergeleken per inkomstenniveau van huishouden. Dit is uitgedrukt in positieve percentage, dus ze hadden verwacht dat de koopkracht in 2019 voor iedereen zou stijgen.

13. Bruto Binnenlands product (BBP)

Het bruto binnenlands product is de totale geldwaarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land, binnen een bepaalde periode. Het BBP veel over de ontwikkeling van de welvaart van ons land, dus daarom wordt in Nederland de cijfers van het BBP goed door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bijgehouden.

Het BBP is een belangrijke graadmeter om de economische ontwikkelingen tussen verschillende landen te vergelijken. Hoe hoger de BBP, hoe beter. In dit lijstje, waarvan de cijfers afkomstig zijn van het VN organisatie Internationaal Monetair Fonds (IMF), kun je zien een ranking zien welke landen in de top 30 van de hoogste BBP staan.

Bron: Wikipedia – Lijst van landen naar BBP

Niet slecht! Zo’n klein landje als Nederland staat op nummer 18 in 2017. Dit lijstje is voorzien met cijfers tot en met 2017.

Image source: Business vector created by freepik – www.freepik.com

1 thought on “15 basis financiële begrippen uitgelegd – Weet jij het verschil tussen inflatie en deflatie?

Laat een comment achter